HeaderVervolg

"Als kind zei ik al: later ga ik hier ook werken, bij Joyce op de groep"

Geplaatst op: 30-9-2021

Myrthe Rensing

“Als Joyce er niet was geweest, weet ik niet of ik de gehandicaptenzorg in was gegaan. Maar juist omdat ik er mee opgroeide, zei ik als kind al: ‘Later ga ik hier ook werken, bij Joyce op de groep’.

Mijn zus was ernstig meervoudig beperkt. Ze had een heel laag niveau. Ze kon niet lopen, praten of zelf eten. Toch hadden we de grootste lol samen. Ik zong liedjes, las haar verhaaltjes voor – die ze denk ik achteraf niet begreep – en we hadden de slappe lach om niks. Ze hield nauwlettend in de gaten wat er om haar heen gebeurde. Als iemand moest niezen of per ongeluk een teen stootte, kon ze daar heel hard om lachen. Niet dat ze begreep wat er gebeurde, maar er was wel een reactie.

Toen Joyce zes jaar was verhuisde ze naar een woongroep. Ik weet niet anders dan dat ze daar woonde, aangezien ik nog geen jaar oud was toen ze uit huis ging. Ik heb nog stage gelopen op haar dagbesteding, Joyce was toen al overleden. Het was mijn eerste stage en vond het een fijn idee dat ik daar al bekend was en dacht het dus minder spannend te vinden. Toen ik daar eenmaal kwam, was het toch anders. Ik had steeds het gevoel alsof Joyce elk moment binnen kon komen. Ik vond dit te moeilijk en ben toen ook met deze stage gestopt, wat iedereen helemaal begreep. Dat was fijn, want ik vond het zelf alles behalve makkelijk om dit aan te geven.

Ik vind het werken met mensen met een ernstig meervoudige beperking nog steeds mooi, maar ik vind het te confronterend om met soortgelijke mensen als Joyce te werken. Dan komt het toch iets te dichtbij en kan ik er niet optimaal voor hen zijn. Daarom werk ik nu met een doelgroep met een wat hoger niveau waar ik het ook heel leuk vind en goed naar mijn zin heb.

Dat Joyce vaak naar het ziekenhuis moest, heb ik niet echt meegekregen. Ik herinner me eigenlijk alleen maar leuke en positieve dingen. Toen ik twaalf was overleed ze aan een longontsteking. We wisten dat ze niet oud zou worden, maar wat is niet oud? Ik dacht altijd dat als mijn ouders er niet meer zouden zijn, mijn broer en ik het dan nog zouden overnemen. Joyce is maar zeventien geworden. Het echte besef kwam pas toen ik achttien werd. Ik dacht toen: hier hield het voor haar op. Ik had het toen opeens pas moeilijk met haar overlijden. Nu word ik juist blij als ik het over Joyce heb, juist omdat ze zelf ook altijd zo vrolijk was en er zoveel leuke herinneringen zijn.

Mijn broer werkt ook in de gehandicaptenzorg. Als we elkaar zien praten we vaak over ons werk, wat vaak leuke en herkenbare verhalen zijn. De zorgorganisatie waar Joyce woonde organiseerde jaarlijks snoezeldagen en sportdagen. Mijn broer en ik werden dan gevraagd of we wilden helpen tijdens deze dagen. Dat stukje wil ik graag meenemen in mijn werk: hoe belangrijk contact met de familie is. Dat liep bij ons vroeger altijd goed. Ik weet met mijn broer en ouders hoe het is om familielid te zijn van een cliënt en dat het heel fijn is om betrokken te worden en te weten wat er speelt.

Ik heb ongeveer anderhalf jaar geleden mijn diploma gehaald. Ik ben eerst aan de slag gegaan als regiomedewerker binnen Estinea, waardoor ik op meerdere locaties kon werken en dus rustig rond kon kijken wat bij me past. Inmiddels heb ik die plek gevonden. Inclusief leuke cliënten en fijne collega’s.”

Bronvermelding: Myrthes verhaal verscheen eerder in Floor, een glossy voor zorgprofessionals.