“Het is mooi om de mens te zien achter de beperking en ze te ondersteunen. Het is voor mij belangrijk dat de cliënten zo veel mogelijk zelf de regie hebben. Als Sandòr wil wandelen, dan kijk ik of dat kan; als hij iets specifieks wil eten, dan wil ik dat voor hem regelen; en heeft hij wensen over hoe laat hij naar bed wil bijvoorbeeld, dan is het aan mij om daar de mogelijkheden in te zoeken. Als ik inga op zijn initiatieven, geef ik hem regie. Daar ben ik voor: hem de ruimte en het vertrouwen geven en het hem gewoon zelf laten doen.
Bij alle keuzes die ik maak, stel ik mezelf de vraag: wie ben ik om mijn eigen normen en waarden te projecteren op de ander? In de kast van Sandòr is het bijvoorbeeld een rommeltje. Hij heeft een enorme cd-collectie en van sommige cd’s heeft hij wel vijf exemplaren! Ik kan hem daarin gaan sturen, maar ja, dit is hoe hij het wil en dat is goed.
Mijn drijfveer is ook om elkaar als collega’s hierop scherp te houden. Ik vind het leuk om te leren van elkaar en te sparren over de keuzes die we maken in de begeleiding. Ik ben een teamplayer, zowel op mijn werk als privé.
Ik leer iedere dag, juist ook van cliënten. Een bijzonder moment was toen een cliënt op zijn sterfbed lag: zijn blik zei altijd meer dan duizend woorden. Zijn lach liet me bijvoorbeeld zien dat hij blij was om me weer te zien. En als hij wakker lag en mij even zag, ging hij weer lekker slapen. Hij liet merken dat hij zich veilig bij me voelde. Dat soort dingetjes hebben me echt geholpen in mijn zelfvertrouwen.”